In het vorige deel lees je hoe Kirsten zwanger blijkt te zijn, van haar overspelige ex Daan. In het hotel wordt ze pijnlijk geconfronteerd met het verleden, maar gelukkig komt ze haar oud studie-genoot Petra tegen, waarmee ze besluit te gaan skiën.
“En nu ben ik dus zwanger van hem”. Besluit ik mijn verhaal. Petra kijkt me enigszins verbaasd aan, maar lijkt verder vrij rustig te reageren. Normaliter valt ze in de categorie hysterisch, aanwezig en wild. Ik neem een slok van mijn hete chocomel, terwijl ik onrustig op de barkruk van de lokale pub heen en weer schuif. Het is rustig in de Maxx’Pub. Veel personeel uit omliggende hotels in het wintersportgebied komt hier regelmatig een biertje drinken voordat de drukte van de apres-ski begint.
Na onze dag op de piste, is er zoveel te bespreken dat we ons voor het gemak hier installeren. De kerstmuziek staat op de achtergrond en Maxx’Pub is voor de gelegenheid al totaal voorzien van slingers, kerstballen en advertenties met daarop het gehele kerstprogramma van de kroeg. Petra bestelt ondertussen de gebruikelijke versnapering. “Een glas Gluhwein alsjeblieft. En schiet maar uit met die fles,” voegt ze er al knipogend aan toe. De barman gniffelt en schenkt het glas extra vol. Vanuit mijn ooghoek zie ik hoe de skileraren weinig moeite hoeven doen om de hoogblonde dames het hoofd op hol te brengen.
“Wat ga je doen?” Vraagt Petra enigszins opgewekt. “Ik bedoel, ga je het houden?” Ik zucht. Ik heb totaal geen idee. Ik heb niet eens meer op mijn telefoon gekeken of Daan nog ergens op heeft gereageerd. Plotseling voel ik de tranen achter mijn ogen branden en verlang ik naar zijn vertrouwelijke armen en aandacht, zoals hij die voor me had toen we twintig waren. “Ik weet het niet,” zeg ik al bijtend op mijn lip. “Ik bedoel, wat moet ik nou doen? Ik ben een eenzame single, gedumpt voor het altaar en nu ook nog eens zwanger van mijn ex! En dat nu kerst voor de deur staat!” Petra kijkt me aan en we barsten beide in lachen uit. Het klinkt ook te bizar om waar te zijn.
“Het wordt tijd dat jij even gaat genieten,” roept ze. “Nog even en je bent niet meer alleen. Tot die tijd kun je er maar beter het beste van maken!” grijnst ze me toe. “Laten we vanavond eens flink de dennenbomen buiten zetten.” “Je bent het feesten nog steeds niet verleerd he?” lach ik. “Nee. Inderdaad. En ik ga je eraan herinneren hoe leuk dat was. Dat feesten in onze studententijd.”