Chocoladekerstkransjes zijn echte klassiekers. Ieder jaar liggen ze in de winkel, en hangen ze bij menigeen in de kerstboom (en zijn ze er binnen een dag ook weer uit gesnoept). Wil je ze een keer zelf maken in plaats van ‘zelf kopen’? Met dit koekjesrecept gooi je gegarandeerd hoge ogen, want zeg nou zelf: ze lijken toch gewoon direct uit de supermarktschappen te komen? En dan smaken ze ook nog eens tien keer beter!
Verrassing: deze koekjes lopen niet uit in de oven!
Ja, je leest het goed! Geen vervormde koekjes met dit recept. De verhouding van deze ingrediënten is ideaal als je wilt voorkomen dat je koekjes uitlopen. Dit komt doordat er, in vergelijking met andere koekjesrecepten, vrij veel bloem in zit en doordat het deeg gekoeld is (sla die stap dan ook zeker niet over).
Omdat ze niet uitlopen en hun vorm perfect behouden, zijn het ideale koekjes om te garneren (ook met icing bijvoorbeeld). De koekjes smaken daarnaast niet mega zoet, misschien zelfs een beetje droog of bloemerig, maar een zoete topping zoals chocolade trekt dat weer helemaal recht. Zo is het toch een heerlijk – en niet té zoet – koekje!
Wat heb je nodig voor deze chocolade kerstkransjes?
We gaan twee soorten kerstkransjes met chocolade-garnering te maken. Daarvoor heb je nodig:
Voor ongeveer 30 koekjes:
- 200 gram roomboter
- 170 gram witte basterdsuiker
- 4 zakjes vanillesuiker (ongeveer 32 gram)
- 1 ei (niet te groot)
- 200 gram bloem (voor de vanillekoekjes)
- 150 gram bloem + 50 gram cacaopoeder (voor de chocoladekoekjes)
Voor de garnering:
- Chocoladesoort(en) naar keuze
- Eventuele spikkels, sterretjes of ander eetbare decoratie
Aan de slag: zo maak je het deeg
Neem een kom, doe daar de boter in en snijd deze in stukjes (dit mixt makkelijker). Voeg de witte basterdsuiker en de vanillesuiker toe. Mix dit tot een romig geheel. Voeg het ei toe en mix door totdat het ei helemaal is opgenomen in het beslag. Nu heb je het ‘basisbeslag’.
Verdeel het beslag
Als je zowel vanille- als chocoladekoekjes wil maken, verdeel je het beslag nu zo goed mogelijk over twee kommen. Ik deed dit gewoon op het oog, dat ging prima, maar je kunt dit natuurlijk ook wegen. De ene kom is voor de vanillekoekjes. Hier voeg je 200 gram bloem aan toe. De andere kom is voor de chocoladekoekjes, hier voeg je 150 gram bloem en 50 gram cacao aan toe.
Wil je maar één soort maken? Als je alleen vanillekoekjes wil maken, voeg je 400 gram bloem toe aan het basisbeslag. Als je alleen chocoladekoekjes wil maken voeg je 300 gram bloem en 100 gram cacao toe.
Het deeg mengen en koelen
Meng bij allebei de schalen de inhoud tot een stevig deeg dat niet uit elkaar valt. Als dit echt heel moeilijk gaat, kun je er een paar druppels koud water bij doen (niet te veel, want dan kan je deeg te nat worden en uit gaan lopen in de oven).
Als het klaar is, maak je van ieder deeg een grote, platte rechthoek en verpak je deze in huishoudfolie. Hoe platter het deeg, hoe sneller het koelt en hoe makkelijker het uit te rollen is. Laat het deeg minstens 1 uur koelen in de koelkast.
Het deeg uitsteken en de kransjes bakken
Zodra je de eerste deegplak uit de koelkast haalt, zet je ook de oven aan om voor te verwarmen. Deze moet op 160 graden (heteluchtoven). Het is slim om maar één deegplak tegelijkertijd uit de koelkast te halen, omdat de andere plakken anders weer te warm worden.
Het aanrecht bestuiven met bloem
Om het deeg uit te rollen, moet je eerst het aanrecht schoonmaken en met bloem bestuiven. Wat ik écht super irritant vind aan een aanrecht met bloem bestuiven, is dat je snel te veel bloem gebruikt omdat het helemaal niet egaal blijft liggen. Het worden van die hoopjes. Tenzij je het zeeft. Maar dan nog gaat het ook snel van je werkblad af.
Mijn ultieme tip hiervoor: zorg dat je aanrecht een klein beetje vochtig is voordat je de bloem er op doet. Van het doekje waar je het mee schoonmaakt bijvoorbeeld. Het moet niet nat zijn, dan wordt het één bloemsmurrie, maar als het net een beetje vochtig is zul je zien dat het aanrecht mooi egaal ‘gebloemd’ is, en dat het ook goed blijft liggen. En je deeg plakt niet!
Het deeg uitrollen en uitsteken
Nadat je dit hebt gedaan, rol je het deeg uit tot een dikte van ongeveer een halve centimeter. Hierna steek je de kerstkransjes uit met een steekvormpje. Natuurlijk kun je ook voor een ander vormpje kiezen, of gebruik een glas: net zo makkelijk. De koekjes leg je nu op een met bakpapier beklede bakplaat. De koekjes hoeven echt niet ver uit elkaar te liggen: ze lopen toch niet uit!
De koekjes bakken
Bak de koekjes ongeveer 10 tot 12 minuten. Bij de vanillekoekjes zie je goed wanneer ze klaar zijn: de randjes beginnen dan licht te kleuren. Ze zullen nog zacht zijn als je ze uit de oven haalt, maar zullen uitharden tijdens het afkoelen. Haal ze dan ook niet gelijk van de plaat af: het zou zonde zijn als ze breken. De chocoladekoekjes moeten net zo lang in de oven, alleen kan je bij deze helaas niet echt zien wanneer ze gaar zijn.
Het decoreren: het tempereren van chocolade
En dan nu het leuke kliederwerk: decoreren met chocola! Je kunt ervoor kiezen om de chocolade gewoon te smelten in de magnetron (niet te hoge stand, om de halve minuut roeren), maar je kunt de chocolade ook tempereren.
Dit is een speciale techniek waardoor je chocola knapperig blijft, en het niet snel smelt als je het in je handen hebt. Ook heel belangrijk: hierdoor droogt de chocolade heel snel, zodat je geen uren hoeft te wachten tot het eindelijk een keer droog is. Máár, het is wel wat moelijker. En je hebt een goede keukenthermometer nodig. Kort samengevat moet je de chocolade eerst smelten en daarna snel terugkoelen.
Chocolade tempereren
Smelt 200 gram chocolade eerst tot een temperatuur van ongeveer 45 graden, uiteraard au-bain-marie. Haal dan de pan van het vuur en voeg een handje koude, harde chocola toe. Ongeveer 100 gram in totaal denk ik (ik doe dit op gevoel en let goed op de thermometer). Roer het goed door totdat deze chocola ook gesmolten is.
Je zult merken dat de temperatuur van het geheel snel terugkoelt. Bij witte en melkchocolade is het klaar om te decoreren bij 30-31 graden, bij pure chocolade mag het nog iets warmer zijn: ongeveer 33 graden. Als je de chocolade van het vuur haalt, wordt het echt weer binnen no time hard, dus het kan goed dat je meerdere keren moet gaan verwarmen en weer moet terugkoelen.
Kerstkoekjes versieren
Om de koekjes van een laagje chocola te voorzien, hield ik ze op zijn kop vast en doopte ze zo in de pan, waarna ik ze op een omgekeerd bakrooster (gewoon die van de oven) legde. Tip: leg onder het rooster wat bakpapier om jezelf schoonmaakwerk te besparen. Besprinkel de koekjes meteen met eventuele eetbare decoratie. Laat ze uitharden. Als het goed is, zijn ze binnen een paar minuten droog.
En klaar zijn je koekjes! Smullen maar. 🙂
3 reacties
Ah wat een fijn recept en de kransjes zien er heerlijk uit. Ik vind het deeg uitrollen altijd verschrikkelijk want het lukt nooit maar ik ga het weer proberen.
Ziet er erg lekker uit,ik ga het zeker proberen
Hey Josien, wat een mooie kransjes, als ze net zo lekker smaken als ze eruit zien, kan de kerst niet meer stuk!! We gaan het proberen, Merry Christmas x