Sinds de ongekende populariteit van de serie Sex and the City, gelooft een meerderheid van de jonge vrouwen dat 1. foute mannen meant to be zijn, 2. Manholo Blahniks een must zijn voor succes en 3. je tas op de grond laten vallen, waarbij alle condooms en tampons eruit rollen, niet belachelijk is, maar fabulous én zomaar zou kunnen betekenen dat de man, die je helpt bij het oprapen van de inhoud, Mr. Big a.k.a. Je Grote liefde zou kunnen zijn. Geen wonder dat we met zijn allen wanhopig zijn geworden.
Mijn – volgens Sex and The City levensveranderende moment zojuist in de lobby van het hotel, vertoonde weinig overeenkomsten met die utopie.
1. Mijn man (categorie Grote Liefde) is uit mijn leven, nadat ik er achter kwam dat hij al maanden vreemdging met zijn secretaresse (cliché, ik weet het). Zodoende bevind ik me nu op de vloer bij de receptie van het hotel, waar we een romantische wintersport zouden gaan beleven, met als klap op de vuurpijl de aankondiging van onze verloving op kerstavond. Die we natuurlijk zouden vieren met mijn ouders en hun luidruchtige groep vrienden, die zich al jaren verheugen op het feest van de eeuw (volgens mijn vader). Uiteraard zijn mijn ouders de beroerdste niet en nemen ze mij deze vakantie onder hun hoede, terwijl ze stiekem doodsbang bang zijn voor de nederlaag en pijnlijke grappen, die hen ongetwijfeld naar het hoofd worden geslingerd, wanneer ze hun vrienden weer begroeten tijdens het jaarlijks weerzien, hier in Oostenrijk. Hun jongste dochter is immers -wederom- in een kansloze vrijgezel van 36 veranderd.
2. Er prijken geen sierlijke Manholo Blahniks – sowieso onbetaalbaar en onnodig pijnlijk – aan mijn voeten. Nee. Mijn voetjes nestelen zich op dit moment in warme snowboots. Van die hoge, lelijke – alleen in fluorescerend roze of gothic zwart (mijn keuze) verkrijgbare, vormloze krengen, waarvan het stevige profiel het enige functionele is, in een wintersportgebied.
En 3. Mijn handtas valt inderdaad in de lobby op de grond, waarbij de inhoud – jawel, een familiepak condooms (hey, ik ben nu vrijgezel!) – op de grond rolt, wanneer ik dankzij die lompe schoenen heel oncharmant over het tapijt struikel. Mijn moeder raapt de bende dan ook tamelijk verbaasd op, in de veronderstelling dat ik nog uit elkaar barst van liefdesverdriet en kijkt me vragend aan, terwijl ze de nu al legendarische woorden op me afvuurt: “Condooms? Die zijn toch voor zwangerschapspreventie?”. In haar ogen raakt de hele toestand kant noch wal.
Na het inchecken vlucht ik dan ook naar mijn hotelkamer, waar een romantisch opgemaakt tweepersoonsbed me pijnlijk confronteert met de realiteit en de eenzaamheid die ik voel.